Eind oktober 2024 met nog steeds aangename temperaturen lopen we door de tropische, of beter gezegd, de exotische tuin Mettenplaats.
Een exotische tuin blijft veel langer in het (herfst) seizoen mooi en verrassend. In de navolgende foto’s zullen wij daarvan een beeld geven en motiveren ook zo’n tuin te beginnen.
Het meest in het oog springend zijn wel de bananen die dit jaar enorm zijn gegroeid door de grote hoeveelheid regen in het voorjaar.
De bladeren zijn immens.
Een andere eyecatcher zijn de bamboes. De grote bossen met dunnere stelen en de enorme palen die in pakweg drie of vier maanden minimaal meer dan zes meter hoog worden. Dat is circa 2 millimeter per uur en dat terwijl ze ’s nachts niet groeien . Die zie dus met een kopkoffie erbij omhoog gaan!
De Kiwi’s zijn rond deze tijd ook rijp en slingeren zich een weg door de Jungle tuin. Zij “pakken” de grote bladeren van de Rijstpapierplant en strikken de nu bloeiende Passiebloem.
De Passiebloem blijft een fantastisch fenomeen om te fotograferen. Wat een schoonheid van een bloem.
De verschillende Jungle paadjes zorgen voor steeds nieuwe ontdekkingen en maken de tuin buitengewoon boeiend.
Intussen werkt de palm Trachycarpus aan haar nakomelingen. De zaden zijn nu aan het rijpen hoog bovenin de bomen. Na de winter, als de vorst de zaden goed heeft geraakt, dan wordt het weer klimmen met lange ladders om die zaadtakken te knippen en geschikt te maken voor opkweken en te verkopen als stevige gezonde vorstbestendige palmplanten.
Dit geschreven hebbende, wil ik even ingaan op de verschillende Trachycarpus-soorten.
De meest voorkomende en meest gekochte soort is de Trachycarpus fortunei met zijn grote waaier-vormige bladeren die bij een beetje wind mooi vibreren. Zijn / haar nichtje of neefje is de Trachycarpus wagnerianus die erg op de fortunei lijkt, maar kleinere en stevigere bladeren heeft.
Ook die heeft een prima vorstbestendigheid en door die kleinere bladeren blijven die ook fier overeind en krijgen bij vorst een mooi “rijprandje” rond de bladeren die er ook in de winter aan blijven zitten.
Naast de soort wagnerianus zijn er ook nog verschillende ondersoorten van de Trachycapus fortunei. Wij hebben er zelfs een klein palmbosje van aangelegd. De palmen die daar staan zijn als kleine zelf gezaaide palmplantjes gepoot in april 2019 en zijn ons intussen boven het hoofd gegroeid (zie ook op de Kwekerij pagina het palmen onderdeel).
Naast de palmen en bananen groeien ook de Rijstpapierplanten, ofwel de Tetrapanax papyrifer. Deze valt op door de enorme bladeren waardoor de plant een fantastische exotische uitstraling krijgt. De plant kan zo’n twee á drie meter hoog worden met bladeren van een meter doorsnede.
Bij strenge vorst kan het bovengrondse deel afvriezen maar dan loopt deze weer in het voorjaar uit en groeit weer snel tot een forse hoogte.
Een plantensoort die minder spectaculaire bladeren heeft is de Siergember. Dat is een redelijk brede planten groep die opvalt door de prachtige bloemen in de nazomer en herfst. Zelfs de zaden zijn in de herfst mooi om te zien. Zowel zaden als bloemen kunnen gelijktijdig aan de plant zitten.
In de tuin groeien verschillende soorten die wij op één na alle uit zaad opgekweekt hebben en waarvan nu ook weer zaad is gewonnen voor het komende seizoen. In de verlichte en verwarmde kweekkamers laten wij die deze winter ontkiemen. De meest voorkomende soorten zijn Hedychium gardnerianum en Hedychium densiflorum (bloemen en zaden tegelijkertijd in de herfst).
De Vijgen, Ficus carica, mogen ook niet ontbreken in deze wandeling. Ons klimaat laat deze planten tot grote struiken of kleine brede bomen uitgroeien met een overmaat aan vijgen vruchten in de herfst.
De Vijg vruchten zijn heerlijk zoet en zacht, maar je moet er niet teveel van eten als je ergens naar toe moet …
Deze winter gaan wij weer aan het stekken hiervan. Enkele zijn al aangeslagen zoals te zien op het fotootje hierboven.
Een minder spectaculaire, maar niet minder bijzondere kleine boom is de Moerbei. Wij hebben de Witte Moerbei, de Morus alba. Eigenlijk ook een oud Nederlandse boom, maar die heeft ook een tropische toepassing. Namelijk als gastplant voor de Zijderups, de Bombyx Mori zijderups die daarvoor -hoe kan het anders heten- Moerbei-zijde maakt.
De Moerbei vrucht groeit dicht op het hout van de boom en kan vers gegeten worden, maar zij worden ook wel in gedroogde vorm gegeten en dan gemengd met iets.
Deze winter verspenen wij de jonge planten en die gaan dan weer in de verkoop.
Niet tropisch of exotisch, maar wel mooi om te zien, is de Dille met ochtenddauw in de zon …
Of de Fluweelboom, Rhus typhina in de herfstkleuren, naast één van de Moerbei bomen.
In pot, als kuipplant, de Citroen. Deze hebben wij jaren geleden als plantje gekocht in het Italiaanse Limone aan het Gardameer. In de vorige eeuw was de citroenen teelt ook de voornaamste inkomensbron van het stadje en de bomen staan er nog steeds.
Last but not least, de Paw paw (Asimina triloba) met de fel gele herfstkleur. De grote vruchten ervan hebben wij van onze boompjes nog niet mogen proeven. Nog even geduld ermee dus.
Een lastige om te kweken, maar gaan we zeker nog doen.